De doelen
Wanneer is het natuurdoel en zijn de klimaatdoelstellingen gerealiseerd? Op die existentiële vraag moet, om mislukte projecten te voorkomen, een goed doordacht antwoord zijn, vóórdat er een beslissing wordt genomen om de natuur te gaan herstellen.
Het verslechteringsverbod
Ooit heeft onze regering besloten dat het Universitaire onderwijs zo duur is dat het wenselijk is om de universiteiten toegang te geven tot financiering via de 2e en de 3e geldstroom. Recent werden de rechterlijke macht, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en nog twee andere ministeries, de Bouw, de maatschappelijke sectoren, en ook nog het kabinet Rutte III en IV met behulp van het verslechteringsverbod gegijzeld, waardoor 25-30 miljard € geheel buiten de begroting om bemachtigd kon worden. Het resultaat is dat een centrum rechts kabinet dat met een grote meerderheid werd gekozen, niet gevormd kan worden omdat er maar liefst 17 miljard bezuinigd moet worden.
Gebod om de doelen te realiseren
De logische tegenhanger van het verslechteringsverbod is het gebod om de doelen te realiseren. Maar als je geen doelen formuleert, en alleen maar stelt dat je de natuur wilt herstellen, kun je ook niet werken met zo'n gebod, met als gevolg dat de doelen die opgesteld hadden moeten worden, ook niet gerealiseerd kunnen worden, waardoor een goed oplosbaar probleem, nooit meer opgelost kan worden met de gevolgde werkwijze.
Eeuwigdurend verdienmodel
Dat geeft weliswaar een eeuwigdurend verdienmodel, waarbij de agrariërs de depositie van stikstof volgens de ecologen van de WUR en de Natuurorganisaties, zouden moeten halveren, hetgeen er op neer zou komen dat de omvang van de veestapel zou moeten halveren. Dit blijkt goed aan te sluiten bij de problemen die de drinkwatersector veroorzaakt, doordat ze graag goedkoop drinkwater wil winnen met grootschalige winvelden, zonder dat daarbij de bodem met mest wordt vervuild. Dit blijkt niet mogelijk voor grootschalige winvelden, doordat deze winvelden de grondwaterspiegel te veel verlagen. De Kabinetten Rutte III en IV, werden desondanks gedwongen een beleid te voeren waarbij de agrariërs en hun bedrijven geslachtofferd zouden moeten worden. De kiezers, die net als de 2e en de 1e kamer, door onjuiste voorlichting, op afstand werden gehouden, waren daar niet van gediend.
Gênant
Eigenlijk was het wel erg gênant zo'n eeuwigdurend verdienmodel, dat grote overeenkomsten had met de feodale verhoudingen die we nog kennen uit voorbije tijden, toen landarbeiders in dienst waren van een landheer of soms ook een baron die in een kasteel woont. Daar werd het volgende op gevonden. De regering, die nu demissionair is vanwege alle problemen, i.e. de kabinetten Rutte III en IV hadden, volgens de woordvoerders, besloten dat de landbouw geëxtensiveerd moest worden. Daardoor rustte de last van de gijzelingen niet langer op de schouders van de ecologen van de WUR en de universiteiten waarmee de WUR samenwerkte.
Daardoor kwam er druk op het inkomen van de agrariërs. Als zij hun bedrijf op zouden geven, konden ze direct of indirect in dienst komen van een landheer of een baron, die in dat geval kond beschikken over de landbouwsubsidie die daardoor vrijkwam, dat wordt natuur inclusieve landbouw genoemd.
Kennelijk kon de EU daarmee in het kader van de Green deal instemmen. De ecologen waren daarom slechts tussen personen die regelingen van de EU uitvoerden. De kiezers moesten daar vanwege de begroting van 25-30 miljard € flink aan bijdragen. Bovendien was er een grote overeenkomst met de handel in onroerend goed en ook menskracht. Een bewijs dat het natuurdoel en de klimaatdoelstellingen gerealiseerd zullen worden ontbreekt echter, om de eenvoudige reden dat het natuurdoel al als gerealiseerd werd beschouwd als landbouwgrond kon worden verkregen.
Weten wat je doet
- Bij natuurgebieden die enige tijd geleden al waren hersteld, stond nu opnieuw een groot reclame bord, met de belofte dat het natuurgebied hersteld zal worden.
- Een Miljoenenproject voor bestrijden van droogte in Brummen flopt: ‘Te complex geworden’ meldt de Stentor.
- Er is een grote verbazing als verdroogde beken op de Veluwe opeens weer tot leven komen.
Dit laat zien hoe belangrijk het is dat onderzoekers in de gelegenheid worden gesteld om te laten zien dat zij doelstellingen kunnen realiseren. Ik heb me verbaasd dat problemen die in 1973 door G.W. Bloemen, op een haar na opgelost waren, nu in 2024, meer dan 50 jaar later nog steeds geen theoretische onderbouwing hebben. Als dit zo blijft zal de situatie ook 100 jaar later, in 2073, nog steeds hetzelfde zijn. Het is echter onverantwoord om 25-30 miljard € uit te trekken voor het herstel van de natuur als het aankopen van grond met bestemming natuur gelijk staat aan de realisatie van het natuurdoel.
Dat geldt ook als de grootste uitstoter van CO2 in Nederland, met gemak voor 78% kan worden gecompenseerd door de drinkwatersector, indien deze sector gebruik gaat maken van schadevrije winvelden.
, en straks ook voor het klimaat als er niet nagedacht wordt over het natuurdoel, terwijl gelijktijdig de CO2 uitstoot van de grootste
Om problemen op te kunnen lossen, moet je werk goed gestructureerd worden. . om het onderzoek zodanig te structureren, zodanig dat er voordat er aan werkzaamheden begonnen wordt een bewijs komt dat de natuurgebieden hersteld zullen worden. Dit kunnen we doen door het natuurdoel te realiseren.
Gekoppelde kringlopen
Cruciaal voor de stofwisseling van de fauna (de dieren) op aarde zijn zuurstof O2 en voedsel, terwijl de flora (de planten) koolzuurgas CO2 nodig hebben, en mest (NO2-, NO3-) die zich via elektrische ladingen en adhesie hecht aan watermoleculen H2O, die zich op hun beurt ook weer via adhesie hechten aan de korrels van de bodem. De dikte van deze laag
Er bestaat een hoogte hλ Dit alles vindt plaats in de onverzadigde zone van de bodem, waar in de eerste stap, die de stikstoffixatie wordt genoemd waardoor in water oplosbaar nitrificerende bodembacteriën, via het proces van natuurlijke nitrificatie, mest maken uit bodemlucht (N2 en O2) en water H2O. De mest is aanwezig in het bemeste vocht dat bij elke m3 en een korrelgrootte van 1mm door ~ 1000m2 lucht wordt omgeven in de onverzadigde zone van de bodem. Dit bemeste vocht moet in alle rust door het wortelgestel van het gewas g. opgenomen kunnen worden voor de groei van het gewas g. Ik gebruik de aanduiding gewas om een specifieke soort uit de flora te kunnen beschrijven, die per ha een specifieke mestgift nodig heeft om een maximale groei te kunnen realiseren. In natuurgebieden is het heel gewoon dat meerdere gewassen samenleven en daarbij strijden om de mest op te kunnen nemen. Als er een mengsel van gewassen is, dan kan de ene soort, met korte wortels, zoals gras of heide, verwelken terwijl andere soorten, zoals pijpenstrootjes, bramen en brandnetels, die relatief lange wortels hebben, door natuurlijke selectie, overleven. Dit zijn processen die voor alle (x,y) horen bij een grote ruimtelijke schaal (X). In landbouw gebieden wordt niet meer mest ingebracht als er in natuurgebieden door natuurlijke nitrificatie wordt aangemaakt. Als er te weinig mest wordt ingebracht kan dit alsnog door natuurlijke nitrificatie worden aangevuld.
Wettelijke taken
De landbouwhogeschool te Wageningen zou vanaf 1954 invulling moeten geven aan de wettelijke taak om de compensatie vergoeding te bepalen die in art. 7.18 waterwet beschreven wordt, dit was een ingewikkelde, maar gerechtvaardigde taak, die bepaald niet met enthousiasme werd begroet door de drinkwatersector. Pas nadat prof. R.A. Feddes rond 1972, vanuit het Staring Center, die taak aanpakte kwam de uitbetaling van compensatie vergoedingen voor de schade die ontstaat doordat gewassen (in natuur en) landbouwgebieden, de mestgift niet meer voor de volle 100% via assimilatie op kunnen nemen als gevolg van een overmatige verlaging van de grondwaterspiegel, gemeten vanaf het maaiveld. Hierdoor zal een percentage van de mestgift naar de bodem verloren gaan. De mestgift wordt in natuurgebieden door natuurlijke nitrificatie uit bodemlucht (N2 en O2) en water H2O gemaakt. In landbouwgebieden heeft de natuurlijke nitrificatie slechts een aanvullende rol. Het gevolg van de verlaging van de grondwaterspiegel is dat gewassen in natuurgebieden, afhankelijk zijn van de wortellengte van de soort op het moment dat ze verwelken, waardoor een natuurlijke selectie ontstaat tussen de gewassen in natuurgebieden en landbouwgebieden, waarbij pijpenstrootjes, bramen en brandnetels, gewassen met korte wortels, zoals heide en gras, verdringen.
Zoals het nu is. gaat er een te groot deel van de mestgift verloren, doordat het assimilatie predicaat niet wordt voldaan. Als we niet (willen) begrijpen hoe de natuur functioneert zullen er in natuur en landbouw gebieden bij ongewijzigd beleid, extreem grote mest verliezen naar de bodem ontstaan.
Wettelijke taken
De landbouwhogeschool te Wageningen zou vanaf 1954 invulling moeten geven aan de wettelijke taak om de compensatie vergoeding te bepalen die in art. 7.18 waterwet beschreven wordt, dit was een ingewikkelde, maar gerechtvaardigde taak, die bepaald niet met enthousiasme werd begroet door de drinkwatersector. Pas nadat prof. R.A. Feddes rond 1972, vanuit het Staring Center, die taak aanpakte kwam de uitbetaling van compensatie vergoedingen voor de schade die ontstaat doordat gewassen (in natuur en) landbouwgebieden, de mestgift niet meer voor de volle 100% via assimilatie op kunnen nemen als gevolg van een overmatige verlaging van de grondwaterspiegel, gemeten vanaf het maaiveld. Hierdoor zal een percentage van de mestgift naar de bodem verloren gaan. De mestgift wordt in natuurgebieden door natuurlijke nitrificatie uit bodemlucht (N2 en O2) en water H2O gemaakt. Het gevolg van de verlaging van de g rondwaterspiegel is dat gewassen in natuurgebieden, afhankelijk zijn van de wortellengte van de soort op het moment dat ze verwelken, waardoor een natuurlijke selectie ontstaat in natuurg en landbouwgebieden, waarbij pijpenstrootjes, bramen en brandnetels, gewassen met korte wortels, zoals heide en gras, verdringen. Zoals het nu is gaat er een te groot deel van de mestgift verloren, doordat het assimilatie predicaat niet wordt voldaan. Als we niet (willen) begrijpen hoe de natuur reageert zullen er in natuur en landbouw gebieden bij ongewijzigd beleid, extreem grote mest verliezen naar de bodem ontstaan.
Artikel 7.18 waterwet regelt dat de drinkwatersector een vergoeding moet afdragen aan de benadeelden om de mestverliezen naar de bodem te compenseren. Als geen ander was prof. R.A. Feddes indertijd op de hoogte van modellen die de mest verliezen naar de bodem in procenten van de mestgift beschrijven als functie van de hoogte van de grondwaterspiegel hmv(x,y,t) ten opzichte van het maaiveld, waar het gewas g wortelt. Bij voortduring is er oppositie geweest tegen de afdracht van deze compensatie vergoedingen, met als gevolg dat de vergoeding steeds kleiner werd, terwijl de mest verliezen naar de bodem door schaal vergroting, die samengaat met stationaire en dynamische verlagingen van de grondwaterspiegel die met een factor A/a versterkt worden, zeer snel toenemen als gevolg van de zojuist beschreven oorzaken.
Nadat de drinkwatersector heel blij was met een nieuwe schade berekening, die ze zelf hadden bedacht, die wordt gekarakteriseerd door de formule Sberekend=max(0, Swerkelijk - 80%). Heeft de onderzoeksgroep van prof. R.A. Feddes zich juist tegen die berekening verzet omdat men van mening was dat alleen de werkelijke schade: Swerkelijk relevant is. Als de drinkwatersector een sterk afwijkende, berekende schade gaat gebruiken veroorzaakt dit problemen, met de gedupeerden.
Maar let op, in dit geval hoort de drinkwatersector, vanwege de mestverliezen, óók tot de gedupeerden, van haar eigen slimmigheid. Dit wordt echter helemaal niet gezien, omdat het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG) wel kan constateren dat de stikstof concentratie in de bodem te hoog is, maar dit meetnet kan geen onderscheid maken tussen mest verliezen van 34% naar de bodem als gevolg van een grondwaterspiegel die een paar centimeter onder g.l ligt, of bijvoorbeeld een overbemesting met 5% van de mestgift per hectare die ontstaat doordat er sprake was van slechte meteorologische omstandigheden die de groei belemmeren in een bepaald jaar.
Omdat de mest verliezen naar de bodem, proportioneel zijn met de compensatie vergoeding, moet het voor een onderzoeksblad als Follow the Money eenvoudig zijn om te snappen waarom er zo veel fouten gemaakt werden.
In een hele serie artikelen wordt het probleem echter heel anders voorgesteld. Er wordt gesproken over het blauwe goud, terwijl gelijktijdig de vraag gesteld wordt van wie het grondwater eigenlijk is. Grondwater is, in tegenstelling wat de vraag doet vermoeden, geen schaars goed, zoals aardolie of gas. Ook wordt gesteld dat de agrariërs het grondwater vervuilen met mest. Maar de aanwezigheid van mest in de onverzadigde zone is een voorwaarde voor alle leven op aarde, omdat het de groei van de gewassen mogelijk maakt. We kunnen probleemloos 1/3 van alle neerslag die in Nederland valt winnen, mits dat op een zodanige manier gedaan wordt dat de wortels van de gewassen alle mest aanwezig in de onverzadigde zone in alle rust, op kunnen nemen.
Er wordt tevens gesteld dat er geen prijsprikkel is om de vervuiling met mest tegen te gaan. Zo'n prijsprikkel is er echter juist wel, maar in het vakgebied der hydrologen worden fouten gemaakt in het voordeel van de drinkwatersector, die gelijktijdig ook zeer nadelig zijn voor deze sector. Dit komt voort uit het feit dat de stationaire verlaging van de grondwaterspiegel in een winveld de oneigenlijke som is van de winningsverlaging, groot 0.2m en de (optionele) transportrechter, groot 2m..4m afhankelijk van het debiet Q(t). De transporttrechter wordt gebruikt om het grondwater vanaf kilometers afstand, via gradiënten die in eerste paar jaar nadat het winveld wordt vergund, de weg naar de pompput aangeven.
De optionele transporttrechter krijgt in de eerste 5 jaar dat het winveld is vergund z'n definitieve vorm, door enorm veel water te winnen en te verkopen.
Al dat water vloeit uiteindelijk af naar zee, met als bijkomend effect dat er een geheel onnodige zeespiegel stijging ontstaat, terwijl gelijktijdig het grondwater niveau daalt. Dat laatste heeft weer als effect dat alleen al vanwege de winning van grondwater op bepaalde plaatsen, de dijken naast de rivieren verhoogd moeten worden. Dit geeft ook weer problemen omdat er onder elke dijk sprake is van een kwelstroom die opeens aanzienlijk groter wordt. Het is belangrijk dat dit soort opmerkingen ergens een plaats krijgen.
Omdat het belangrijk is om het volledige overzicht te krijgen, illustreer ik dit hoofdstuk dat de doelen beschrijft met afbeeldingen die heel compact laten zien wat er gebeurt. Door op de afbeelding te klikken komen we in het bijbehorende deel van het hoofdstuk dat in meer detail het ontstaan van de mest verliezen bespreekt.
De verlaging van de grondwaterspiegel, is bovendien de causale oorzaak van de grote mest verliezen naar de bodem. Daarom is het belangrijk om winvelden te maken zonder transport verlaging.
Er was echter nog nooit iemand geweest die een groot debiet Q(t) had gewonnen met een verlaging van 0.2m. In het hoofdstuk hydrologie horizontaal wordt met grote zorg beschreven hoe het zit met de theorie van dunne watervoerende lagen bij grootschalige toepassingen. Daar kunnen we ook zien waarom alle wetgeving betreffende beschermingsgebieden weinig nut heeft als slechts 1/3 van de neerslag wordt gewonnen.
Het zou enorm helpen als hydrologen in hun opleiding, zouden leren dat de grondwaterformules die ze gebruiken en ook de tijdreeksanalyse, niet toegepast mogen worden om het gedrag van grootschalige winvelden te beschrijven. Zulke winvelden vertonen een gedrag dat veel lijkt op het gedrag van halfgeleiders. De dynamiek van de grondwaterspiegel, onder invloed van een voeding (de globaal vallende neerslag N, met een debiet QN = N(t) A, met A het areaaal van het winveld) en het (lokaal gewonnen debiet Q(t)), voldoet op een kleine schaal redelijk goed aan de Laplace voorwaarden, die stellen dat het onderliggende systeem lineair, plaats (x,y) en tijd (t) invariant, en stabiel is, maar op een grote schaal gelden de Laplace voorwaarden niet. Tijdens de periode waarin de drinkwatersector heeft gekozen voor de ecologen van de WUR als samenwerkingspartner, was er sprake van een strijd over de formule van de berekende schade die ik gepresenteerd heb. Naar aanleiding daarvan heeft prof. J.J. de Vries aangegeven dat er heel goed problemen konden zijn met de schaal waarop het drinkwater wordt gewonnen. Dit kunnen we als volgt nader uitwerken: Normaal wordt een differentiaal vergelijking opgesteld met de operatoren (+, -, x, δ) die geldig is op een kleine schaal en wordt opgelost met de integraalrekening, daarbij hoort een schaal parameter ρ≈3D met D de op weerstand genormeerde dikte van de watervoerende laag zodat over de hoogte D een homogeen model wordt verkregen voor de doorstroming van de bodem met water. Als we de watervoerende laag weer op de oorspronkelijke dikte van de watervoerende laag D normeren dan ontstaan er cilinders C(ρ) waarbinnen de Laplace voorwaarden geldig zijn, maar daarbuiten zijn de commutatieve eigenschappen a + b = b + a en de associatieve eigenschappen (a + b) + c = a + (b + c) voor alle gebruikte operatoren, niet langer geldig, waardoor we heel andere ontwerptechnieken moeten gebruiken om schadevrije winvelden te kunnen ontwerpen en ook te realiseren.
Natuurlijk willen we goed begrijpen waarom het systeem zich als een halfgeleider gedraagt en hoe we daarmee om moeten gaan om winvelden te maken met gewenste eigenschappen. Daartoe werk ik de theorie uit voor het geval de grondwaterspiegel in de nultoestand horizontaal was en ook het algemene geval: hellend. Door gebruik te maken van deze kennis, wordt niet alleen het natuurdoel gerealiseerd, inclusief alle problemen van de bodemchemie, en de mest verliezen, maar ook de nieuw ontdekte klimaat doelstellingen.
Alhoewel het gebruik van technieken uit de biologische landbouw de schade die ontstaat iets kan verzachten, kan het gebruik ervan de problemen die ontstaan door de introductie van de eerder genoemde berekende schade, die de drinkwatersector aanmoedigt om nog steeds met ongewijzigde winvelden verder te gaan en lagere berekende compensatie vergoedingen uit te betalen, waardoor er een grote schade ontstaat door het schaaleffect, dat in dat geval blijft bestaan, geenszins oplossen. Dat de schade die de drinkwatersector veroorzaakt nog véél groter kan worden, zien we aan de vergelijking tussen de groei van maisvelden op twee verschillende standplaatsen waarbij één in de omgeving van een winveld waar een versterkingsfactor A/a, met A het areaal van het winveld, en a het areaal van de cilinder C(ρ). De schade, c.q. mest verliezen naar de bodem, is zo groot doordat de grondwaterstroming dynamische een pad met een horizontale en verticale component kiest zodanig dat het water via het pad van met de kleinste ze de kleinste weerstand gewonnen wordt, met als gevolg dat de schade in een zeer groot deel van het winveld, oploopt tot 95% bij het gebruik van klassieke winvelden met een transportverlaging die toch ook al groot is.
Hoe kunnen we er zeker van zijn dat de schade die we waarnemen, niet het gevolg is van overbemesting?
Gewassen groeien niet goed als zij geen bemest vocht meer op kunnen opnemen uit de onverzadigde zone. Dat is wat de standplaatsvergelijking met een verlies van 95%, laat zien. Het kan dus niet zo zijn dat de mais niet kon groeien doordat de agrariërs te veel mest hebben opgebracht. De agrariër in een gebied dat onder invloed staat van een winning van grondwater zal altijd een standplaatsvergelijking gebruiken om z'n verliezen goed in te schatten. Dat stelt hem in staat om de invloed van de winning gewoon in het veld te bepalen. Er zijn ook mais hakselaars die in staat zijn om de (natte) opbrengst in realtime meten als functie van de locatie (x,y).
De Alterra groep heeft een programma gemaakt dat is gebaseerd op de groei van de gewassen met elk hun specifieke assimilatie curve kan berekenen. Door dat programma te gebruiken kunnen we de effecten op de mest verliezen naar de bodem, als gevolg van de verlaging van de grondwaterspiegel scheiden door gebruik te maken van de schade functie beschreven bij het assimilatie predicaat, van de effecten van mest verliezen door overbemesting, beschreven bij de bemesting voorwaarde. Merk op dat het mest verlies naar de bodem wordt gegeven door de integraal van de gewogen groei per tijdsinterval over het groeiseizoen. Daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat de potentiële groei afhangt van de kracht van de zon en ook van de gewasverdamping. Die gewasverdamping onttrekt veel warmte uit de omgeving, die daardoor afkoelt, luchtstromen om kan leiden en natuurbranden kan voorkomen.
Een van de taken van de drinkwatersector is het leveren van drinkwater voor de laagst mogelijke prijs. Daardoor kunnen drinkwaterbedrijven die goed presteren concurrenten overnemen.
De problematiek van de te grote stikstof concentratie in de bodem, die ik net beschreven heb, en die te maken heeft met wiskundige kennis en gedisciplineerd onderzoek, wordt onzichtbaar gemaakt, door de aandacht te verleggen naar de mest verliezen via de lucht (de stikstof depositie), en als er op voorhand wordt gesteld dat (de stikstof depositie) gehalveerd zou moeten worden, heeft er wel iemand gezorgd voor een taakstelling, maar niet voor een oplossing.
Bij Zuidwolde heb ik al een proef veldje gezien met logo's van de WUR, Vitens en vele anderen op een groot bord, maar de mais was op het eind van het teeltseizoen onvolgroeid en enorm geel door stikstof gebrek.
Pas als we begrijpen dat de drinkwatersector bezig is om z'n eigen problemen te veroorzaken, wordt het duidelijk hoe we het probleem op kunnen lossen, maar zelfs dat is niet eenvoudig. Het blijkt dat de ecologen van de WUR de wettelijke taken van de Alterra medewerkers hebben overgenomen. Zelfs het gebouw waarin Alterra werkte is gesloopt. Daarmee is een situatie ontstaan waarin de drinkwatersector alles en iedereen aanstuurt, zonder dat ze wil begrijpen dat ze zelf de mest verliezen naar de bodem groot 34% gemiddeld en 95% in een bijzonder geval veroorzaakt. Deze verliezen zijn véél te groot, en het is belangrijk dat we ons realiseren dat zulke grote mest verliezen naar de bodem het gevolg zijn van schaal vergroting, zoals aangegeven door prof. J.J. de Vries tijdens de vergaderingen over de achtergrondverlaging. We kunnen het probleem oplossen door te eisen dat het assimilatie predicaat en de bemesting voorwaarde voor alle (t) en voor alle (x,y) voldaan worden.
De ecologen van de WUR en hun collega's in het binnen en buitenland hadden grote problemen om contractonderzoek gefinancierd te krijgen. Zij gingen daarom op zoek naar nieuwe verdienmodellen. met toestemming van hoge EU ambtenaren uit Nederland, en ook nadat er contacten waren gelegd met de natuurorganisaties.
De bekende natuurbeschermers Koos van Zomeren en William Reppel benoemen in 1980, de diepte ontwatering al als de oorzaak van de achteruitgang van de natuur: ❞1De regenwormen worden onbereikbaar. Het grootste euvel is ongetwijfeld de diepte ontwatering.
Bij onderzoek naar 2verdroging in Limburg nemen de hydrologen M.H. Zwamborn, C. Maas en P.K. Baggelaar, allen werkzaam in opdracht van de VEWIN, al in 1998 een onbalans is tussen de neerslag N(t) en het te winnen debiet Q(t) waar. Dr. C. Maas en dr. J.R. von Asmuth staan op het punt om een belangrijke ontdekking te doen, als ze in 2002, vier jaar na de eerste publicatie, schrijven: ❞3Dat de drinkwaterwinning één van de oorzaken is kwam als een verrassing, omdat er een actief beleid gevoerd wordt om deze onttrekkingen terug te dringen…
In de Twentse plaats Denekamp hebben is de ontwikkeling van de natuur al heel vroeg op gang gekomen, onder leiding van 4Meester Bernink de oprichter van het natuurmuseum 5Natura Docet. De Dinkel die vanaf Gronau tot Neuenhaus, door oost Twente stroomt en een zeer bijzondere schoonheid heeft, wordt uitgebreid beschreven door W.H. Dingeldein, die o.a. op zoek ging naar de oorsprong van de Dinkel, en daarbij niet alleen watermolens uit 1151 heeft ontdekt, maar ook had ontdekt dat de Dinkel veel schoner was tijdens de 2e Wereld Oorlog, toen de textiel industrie, die een grootverbruiker van water was, op halve kracht werkte.
Fouten zijn er om van te leren schrijft M. de Boo, die het natuurgebied Stroothuizen heeft ontwikkeld in samenwerking met de Waterleiding Maatschappij Overijssel een voorloper van Vitens, in haar prachtige boek over het verdrogingsgevoelige natuurgebied Stroothuizen, waarin ze aandacht vraagt voor het kristalheldere grondwater, dat via een kwelstroom door een gebied met denitrificerende bodembacteriën, ongekend schoon wordt, als beschreven door Dingeldein, die een bron van inspiratie was voor haar. Anno 2023 staat er een groot bord dat dit natuurgebied opnieuw ontwikkeld wordt. Dan rijst natuurlijk de vraag waarom opnieuw? Volgens velen moet de natuur, als die in de oorspronkelijke toestand wordt gebracht, zich zelfstandig kunnen herstellen. Dit kan maar één ding betekenen. De combinatie van het winveld Rodenmors en de genoemde drie natuurgebiedjes, waren nog nooit in de oorspronkelijke toestand gebracht. Dit klopt met het feit dat het hier gaat om een hydrologie hellend, met de 3 natuurgebieden als bron van water, en het nieuw te ontwikkelen winveld Rodenmors als drain. Zulke winvelden zijn verraderlijk omdat je vanwege een grote hoeveelheid kwelwater bij de drain de indruk krijgt, dat er veel water gewonnen kan worden, maar de kenmerkende doorgaande trend, die bij de source optreedt, is zeer schadelijk voor de natuurgebieden Stroothuizen, Punthuizen en het bekende natuurgebied aan de Vrijdijk.
De Natuurorganisaties waren ook bekend met het kristalheldere grondwater, want zij wisten, dat zo'n bodem passage nooit optreedt als de grondwaterspiegel een lokaal maximum heeft, zoals dat bij hoogveen het geval is. Dit is niet een onderwerp dat pas recent bedacht is zoals het verslechteringsverbod, in combinatie met wetgeving betreffende de depositie van stikstof. 8Hoogveen en zure regen, c.q. van de depositie van stikstof, horen al sinds 1551 bij elkaar, zoals blijkt uit de geschiedenis van de huidige gemeente Hoogeveen.
Toen ik een nadere analyse ben begonnen, eerst van het winveld in Terwisscha, dat als horizontaal en lensvormig gekarakteriseerd kan worden, en later ook van vele andere winvelden, is het mij gebleken dat het vakgebied der hydrologie nog niet echt volgroeid was, omdat niemand in de gaten had dat dunne watervoerende lagen zich gedragen als halfgeleiders, waarin signalen, in dit geval de hoogte h van de grondwaterspiegel h(x,y,t), afhankelijk van de geometrie, c.q. de vorm van de grondwaterspiegel in de nul-toestand, versterkt worden. Bovendien was het vakgebied der ecologie wel heel bijzonder, doordat ecologen op basis van de kritische depositie waarden en zeer kleine waarden van de mest verliezen naar de bodem, die wel 75x kleiner zijn dan de gemiddelde mest verliezen naar de bodem, konden voorspellen dat het niet goed zou gaan met de natuur. Deze voorspellingen, die we ook terugzien in de Nederlandse en ook de EU natuurwetgeving, waren niet meer dan hypotheses die de status van wet hebben gekregen, omdat de politici niet goed opgelet hadden. Die wetten waren zo geformuleerd dat niemand ze kon ontkrachten.
Ik wil hier niet beweren dat de natuur niet is achteruitgegaan, maar het waren Koos van Zomeren en William Reppel die al in 1980, hadden gewezen op het grootste euvel voor een gezonde ontwikkeling van de natuur, de veel te grote diepte ontwatering, die als effect heeft dat gewassen niet goed tot wasdom kunnen komen omdat de assimilatie van meststoffen stagneert. Ditzelfde effect is ook van groot belang voor de klimaatdoelstellingen, immers bij een volledige assimilatie van meststoffen, mogelijk gemaakt door de grootst mogelijke omzetting van koolzuurgas
CO2 naar zuurstof
O2. Door de groei van gewassen te maximaliseren, kunnen we alleen al in Nederland, door schadevrije winvelden te gebruiken, bijna de gehele
CO2 uitstoot van Tata steel opvangen. Het is van groot belang voor de drinkwatersector, dat zij schadevrije winvelden gaat gebruiken, opdat ze kristalhelder water kan gebruiken in haar proces, maar dat is ook van groot belang voor de klimaatdoelstelling.
----
- R. Bino, Op zoek naar nieuwe verdienmodellen, Resource,
- K. van Zomeren en W. Reppel, De grote droogte in waterland, A.W. Bruna, ISBN 90 229 5269 X D/1980/0939/91
- M.H. Zwamborn, C. Maas, P.K. Baggelaar, Box-Jenkins trendanalyse niet altijd toepasbaar, H2O, 1, 1998
- C. Maas, J.R. von Asmuth, Tijdreeksanalyse grondwaterstanden 1975 – 2002, Effectiviteit van het standstill beleid van de Provincie Limburg. KWR 03.092
- Meester Bernink Conon van Nederland.
- Museum Natura Docet is het oudste natuurhistorische museum van Nederland. Voor jong en oud een belevenis.
- W.H. Dingeldein, Het Land van de Dinkel, De schoonheid van Noordoost Twente. A. Roelofs van Goor, Meppel, 3e druk.
- M. de Boo, Het Herstel van een natte Twentse Heide: Luisteren naar het Landschap. Een uitgave van VEWIN, WMO en groep Midden Betuwe, in samenwerking met Staatsbosbeheer en KIWA NV.
- Historische Kring Hoogeveen, zie: Ontstaansgeschiedenis van Hoogeveen.
Er gaat te veel mest verloren
De gemiddelde mest verliezen naar de bodem zijn in Nederland met 34% véél te groot.
Realisatie
stikstof concentratie
(assimilatie predicaat &
bemesting voorwaarde &
natuurlijke nitrificatie voorwaarde &

Het assimilatie predicaat wordt niet voldaan
Door diepte ontwatering verwelken de gewassen en ontstaan er mest verliezen naar de bodem die gemiddeld 34% groot zijn en 95% in een bijzonder geval als gevolg van de te lage grondwaterspiegel ten opzichte van het maaiveld.
Daardoor gaat de omzetting van CO2 naar O2 met hetzelfde percentage achteruit waardoor de aarde onnodig opwarmt doordat de koolstofkringloop veel minder effectief is, een deel van de gewasverdamping uitvalt, en er meer natuurbranden zullen ontstaan. De achtergrondverlaging, lokt de drinkwatersector een doodlopende steegje in, waardoor schadevrije winvelden uit beeld zijn, met als gevolg dat er geen oplossing meer is voor het mest probleem.

Grote overeenkomsten
Vaak is de stofwisseling en/of de wortellengte van gelijk ordegrootte, waardoor de assimilatie curve in landbouw en natuurgebieden grote overeenkomsten kent. Grote voorzichtigheid is echter geboden in de omgeving van het interval van verwelking. Bovendien moet ook het dynamische gedrag van de watervoerende laag (golfvoortplanting) kloppen met de praktijk.

Waterwinning in landbouw en natuur gebieden
In beide gevallen is er ook sprake van natuurlijke nitrificatie waarbij bodembacteriën mest (NH4, NO2- en NO3-) maken uit bodemlucht (N2 en O2). Die mest kan niet worden opgenomen door assimilatie bij gebruik van grootschalige winvelden.
Oneigenlijke som
De verlaging van het winveld is voor de hydrologie horizontaal de oneigenlijke som van de winningsverlaging (0.2m) en de (optionele) transportverlaging, die vaak (2m...4m) is.

Schaal effect
Het debiet Q(t) wordt in het stationaire geval gewonnen uit het gehele winveld A met effectieve winningsstraal R. Maar als de vraag groter is dan de winbare neerslag aanbod, dan komt het gewonnen water uit een kleine cilinder C(ρ) met areaal a en straal ρ ≈ 3D, met D de dikte van de watervoerende laag. De watervoerende laag gedraagt zich op een grote schaal als een halfgeleider. Naast de operatoren (+,-,*,δ) die we gebruiken om differentiaal vergelijkingen te beschrijven, hebben we nu ook rekening te houden met de (<) operator die de gebruikelijke oplossingstechnieken van dit soort vergelijkingen doorbreekt, en de schaal parameter ρ die versterking mogelijk maakt. De grondwaterstroming volgt door het schaal effect de weg van de minste weerstand.

Een foutje is snel gemaakt
Agrohydrologen nemen aan dat je met de {GHG, GLG, GVG} de grondwaterspiegel ten opzichte van het maaiveld hmv(x,y,t) goed kunt beschrijven. Die aanname blijkt vals. Doordat de Laplace voorwaarden niet geldig zijn, ontstaat er rond het begin van het teeltseizoen vanuit een curve waarop de GHG ligt, een snelle neerwaartse overgang naar de curve waarop de GLG ligt. De teruggaande overgang wordt gemaakt in het rustseizoen. Daardoor is de schade die elk jaar optreedt groter dan op grond van het getoonde grondwaterstandsverloop wordt verwacht.

Twee foutjes ook
Bij hand metingen van de grondwaterspiegel hmv(x,y,t) = h(x,y,t)-mv(x,y), gebaseerd op het gebruik van een grondboor is de winningsverlaging een logisch onderdeel van de {GHG, GLG, GVG}, waarden die de grondwaterstand beschrijven. Als we de grondwaterspiegel berekenen op basis van de transportverlaging, dan wordt er juist géén rekening gehouden met de winningsverlaging. We noemen het verschil c, en tellen deze waarde vervolgens op bij alle GxG waarden. Welke fout wordt er dan gemaakt?
Vervolgens gaan we de schade berekenen met een lineaire interpolatie op de lijn met eindpunten {g.ll, 100%}: en {g.l, 0%} dit geeft: S(hmv + c)=(g.l - (hmv + c))/(g.l - g.ll).
Voor c=0 is dit de werkelijke schade Swerkelijk, maar voor c=0.2m en (g.l - g.ll) = 0.25m geldt: Sberekend=max (0, Swerkelijk-80%). Die fout kunnen de ecologen niet goedmaken.

Schadevrij winveld
Wie de Laplace voorwaarden gebruikt, neemt aan dat de watervoerende laag
lineair,
plaats (x,y) en
tijd (t)
invariant, en
stabiel is. Die aanname is
vals voor het grootschalige winveld in a). Het schadevrije winveld in b) realiseert met een over
A gespreide winning, voor alle (x,y) een stationaire verlaging van 0.2m. Daarbij verdwijnt de (optionele) transportverlaging.

Puntspreidfunctie en golfvoortplanting
De cilinder
C(ρ) is, na correctie op de weerstand van de scheidende lagen in de watervoerende laag zo gekozen dat de weerstand voor een 'verticale' doorstroming van dezelfde orde grootte is als de weerstand voor een 'horizontale' doorstroming. Bij grootschalige winvelden wordt de onbalans in de watervraag en het wateraanbod uit neerslag, met een factor
A/a versterkt, waardoor er vanuit de rand van de kleine cilinder C(ρ) een golfvoortplanting ontstaat naar de rand van de cilinder
C(R), die door de transportverlaging (I) en (II) in amplitude wordt begrensd. Zo'n golfvoortplanting treedt
niet op bij
schadevrije winvelden.

Mest verlies 95%
De drinkwatersector wil vanwege het gemak, graag grootschalige winvelden gebruiken, maar omdat de watervoerende laag in verhouding tot de overige afmetingen, héél dun is, ontstaan er door de zeer grote versterkingsfactor A/a ≈ 21, zéér grote problemen doordat uitgerekend aan het begin van het teeltseizoen opeens het assimilatie predicaat niet meer voldaan wordt, door de golf die vanuit de pompput vertrekt richting de effectieve winningsstraal die het winveld begrensd, en op het eind van het teeltseizoen terugkeert.
Niemand die het ziet
De golf zal in veel gevallen de effectieve winningsstraal R niet bereiken, omdat het vaak tot 5 jaar duurt om een transporttrechter te vormen. Maar de golfvoortplanting gaat wel erg snel waardoor in een groot deel, denk aan de helft van het winveld, mest verliezen ontstaan die kunnen oplopen tot 95% van de mestgift, als getoond in de standplaatsvergelijking, waar je ver over de mais kunt kijken.
Om het existentiële probleem op te kunnen lossen moeten de natuurgebieden in een staat gebracht worden die ze vroeger hadden en nu niet meer. Zo'n criterium is onmisbaar om de realiseerbaarheid van de doelen aan te kunnen tonen.
De koolstof kringloop dooft uit
Waar de groei van gewassen gemaximaliseerd moet worden, om de koolstof kringloop z'n werk te laten doen, zorgen mest verliezen naar de bodem juist voor het uitdoven van de koolstof kringloop. Zodra geld dat Sberekend=max (0, Swerkelijk-80%), dan is er geen prikkel om betere winvelden te ontwerpen, terwijl er juist nu een grotere behoefte is dan ooit, om schade vrije winvelden toe te gaan passen.
Het probleem van verwelking speelt overal in de gematigde klimaat zone, en de effecten zijn in de subtropen zelfs zo groot dat landouw daar nagenoeg onmogelijk is, terwijl boomgroei nog slechts in een enkele oase voorkomt. Met de verwelking van de gewassen neemt ook de omzetting van CO2 naar O2 flink af, waardoor het klimaatprobleem snel erger wordt. Daardoor schuift de grens tussen de subtropen en de gematigde zone steeds meer naar het noorden op als gevolg van winning van water met behulp van zeer schadelijke winvelden. Daarom is het van groot belang dat iedereen in Europa en in andere continenten zoals Afrika, begrijpt dat haast geboden is om op mondiale schaal schadevrije winvelden uit te rollen, zeker gelet op de verwachte baby boom in Afrika en de effecten op de natuur en het klimaat die ontstaan doordat wetenschappers kleine foutjes met grote gevolgen maken, waardoor het onderzoek muurvast komt te zitten.
Nu het duidelijk is hoe de groei van de gewassen samenhangt met de hoogte van de grondwaterspiegel hmv(x,y,t) moet er snel werk gemaakt worden van de realisatie van de zeer robuuste schadevrije winvelden. Voorts heeft dit onderzoek geleid tot nieuwe inzichten, die belangrijke consequenties hebben voor de weten en regelgeving. Daarbij speelt de realisatie van schadevrije winvelden, een zeer belangrijke rol en het doel om te komen tot een maximale groei van gewassen in landbouw en natuurgebieden, met als doel om de omzetting van CO2 naar O2 mogelijk te maken.