Thema

Natuurlijke nitrificatie

Natuurlijke nitrificatie

Als gevolg van het enorm grote contactoppervlak tussen de waterfilm en de lucht, als beschreven in de bodem die ademt, kunnen bacteriën die zich in deze waterfilm bevinden stikstof en zuurstof (N2 en O2) uit de lucht, in water H2O omzetten naar mest.

Eerst zet de cyaanbacterie het stikstof en waterstof gas uit de (bodem)lucht om in ammoniak NH3, deze overgang van de gas fase naar de vloeistoffase, noemen we de:

Stikstoffixatie

N2 + 3 H2 → 2 NH3

Vervolgens zet de nitrobacter de ammoniak om in mest: NOx- dit noemen we de:

Nitrificatie

2 NH3   + 3O2 → 2 NO2- + 2 H+ + 2 H2O

2 NO2- +   O2 → 2 NO3-

De twee chemische reacties produceren de mest NOx-, die in de vormen NO2- en NO3- stabiel in water voor kan komen.

De zuurgraad

De aanmaak van de meststoffen stopt als de zuurgraad in de bodem een maximum heeft bereikt. Potentieel kan dat betekenen dat het verlies van meststoffen naar de bodem in een bos een kleinere waarde aanneemt vergeleken met de situatie in de landbouw. Maat juist bij het binnenhalen van gras kan een boer opnieuw mest inbrengen, waardoor dat voordeel juist weer teniet wordt gedaan.

Bemesting in natuurgebieden

De natuurgebieden zijn voor hun mest volledig aangewezen op de vorming van mest door natuurlijke nitrificatie. Daar komt geen meststoffenwet aan te pas. Maar om zinvolle wetgeving te kunnen maken moeten we wel weten hoeveel mest er via natuurlijke nitrificatie wordt aangemaakt.

Met de getoonde standplaatsvergelijking wordt dat inzichtelijk. Binnen een bos of een heide gebied produceren bodembacteriën door natuurlijke nitrificatie evenveel meststoffen als er mogen worden ingebracht in een weiland. Dit zijn interessante zaken, die iedereen hoort te weten. Via het thema diepte ontwatering wordt het nu duidelijk dat er, qua ordegrootte, in natuurgebieden net zoveel mest kan uitspoelen als in een weiland. 

Verminderde natuurlijke nitrificatie

Er ontstaat een  verminderde  natuurlijke nitrificatie  als  de grondwaterspiegel wordt verhoogd. Daardoor neemt het beluchtte oppervlak in de bodem af, waardoor een iets kleinere natuurlijke nitrificatie het hele effect van de depositie van stikstof, met bijbehorende wildgroei, waar de natuurbeheerders bang voor waren, teniet kan doen.

Door een lagere grondwaterspiegel, die ontstaat door diepte ontwatering ontstaan de in de figuur getoonde, zeer schadelijke verliezen van mest naar de bodem, op cultuurgrond, bosgrond, … etc.

Het assimilatie predicaat, de bemesting voorwaarde, de natuurlijke nitrificatie en de stikstof concentratie

Met behulp van het assimilatie predicaat, de bemesting voorwaarde, en de natuurlijke nitrificatie, moeten we kunnen bepalen wat er gedaan moet worden om de stikstof concentratie in de bodem terug te brengen naar waarden die ook heersten in de nul-toestand. Het is echter onmogelijk om vergelijkbare conclusies te trekken uit de stikstof concentratie uit de bodem, omdat in dat geval een v an de causale oorzaken buiten beeld blijft. 

Het valt op dat de waterleidingbedrijven, provincies, adviseurs van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet, TNO, het RIVM, de WUR en het PBL, allen denken dat te hoge stikstof concentraties in de bodem een gevolg zouden zijn van, laten we maar zeggen, overbemesting door de agrariërs. Dat die conclusie te kort door de bocht is zien we ook als we de mest verliezen naar de bodem bestuderen in een natuurgebied waar de bemesting uitsluitend verzorgd wordt door bodembacteriën.

Op een gegeven moment wil de drinkwatersector graag zelf de berekening van de mest verliezen naar de bodem overnemen van Alterra. Het effect daarvan was dat de berekende schade uitgedrukt in de werkelijke schade wordt geven door Sberekend = max (0, Swerkelijk - 80%).

Het mag duidelijk zijn dat die formule niet bruikbaar is om de situatie uit de nul-toestand te herstellen, terwijl dat natuurlijk wel mogelijk moet zijn. In het hoofdstuk de doelen leg ik uit waarom gemaakte foutjes, conflicteren met de realisatie van schadevrije winvelden.

De techniek die ik gebruik, is afkomstig van het vak Netwerksynthese. Daarbij gaan we uit van een rationale functie die de eigenschappen heeft van een passief netwerk, bij elke stap in het synthese proces wordt de graad van de rationale functie kleiner, zodra er geen rationale functie meer over is, is de synthese klaar. In alle andere gevallen heeft de overblijvende rationale functie, nog steeds de eigenschappen van een passief netwerk waardoor de synthese verder kan. Met deze techniek kunnen we met zekerheid het gewenste doel realiseren.

Het is uiterst problematisch dat er door zovelen, ongekend ingrijpende foutjes worden gemaakt die het mogelijk maken om onze maatschappij te gijzelen en zo bedreigend is voor het voortbestaan van een groot deel van de agrarische sector. Foutjes die bij nader inzien, alle bijdragen aan een verdienmodel.

 het heel gewoon vinden om de natuurlijke nitrificatie niet te noemen. Alleen de Alterra medewerkers herleiden de mest verliezen naar de bodem, uit de hoogte van de grondwaterspiegel ten opzichte van het maaiveld hmv. Daardoor waren de Alterra medewerkers, de enigen die in staat waren om, zonder zeer grote fouten te maken, de mest verliezen naar de bodem te bepalen, die een gevolg zijn van de verlaging van de grondwaterspiegel als gevolg  van de winning van grondwater. Er is, door slordig onderzoek, en onduidelijke doelstellingen, veel mis met het Nederlandse Universitaire onderwijs en onderzoek enerzijds en met de manier waarop de instituties vanuit de ministeries en de provincies aangestuurd worden, met als gevolg dat problemen die goed oplosbaar zijn, door gebrek aan inzicht en overzicht, niet meer opgelost kunnen worden en ook dat onschuldigen, schuldig worden door de wet en regelgeving.

Dit zien we ook terug in de stikstof en fosfor balans. De rol van het kwel predicaat komt in het onderzoek ook niet voor. Dat is opvallend want Marion de Boo die ook nu nog aan de WUR verbonden is, schrijft naar aanleiding van 1Het herstel van een natte Twentse Heide, heel lovend over de kristalheldere beekjes in N.O. Twente.

In haar werk refereert Mw. de Boo veelvuldig naar het indrukwekkende werk van W.H. Dingeldein, de directeur van het Natuurhistorisch Museum te Enschede, die nauw

samenwerkte met meester J.B. Bernink die het museum Natura Docet in Denekamp heeft gesticht, om vanuit het lager onderwijs, heel Twente op te kunnen voeden met liefde voor de natuur. Onmisbaar daarbij was ook de steun van de groep van 10, meest grote industriëlen. Het museum Natura Docet, in Denekamp levert een tastbaar bewijs, van de enorme betrokkenheid van de Twentenaren bij hun leefomgeving.

Ik ben zelf op een bijzondere manier in het bezit gekomen van de 3e druk van het bijzondere boek van W.H. Dingeldein, dat niet meer te koop is.

Vanuit de liefde voor de natuur is het bijzonder dat onderzoekers vanuit Wageningen en elders, komen met kaartjes, waaruit blijkt dat de stikstof depositie met 70-75% omlaag moet, hetgeen voor de agrariërs zou betekenen dat ze massaal plaats zouden moeten maken voor multimiljonairs. Het zal blijken dat de natuurvorsers te veel aandacht hadden voor hun verdienmodellen en vanuit die optiek veel te veel fouten gemaakt hebben, waardoor hun plannen er nog niet eens voor kunnen zorgen dat het natuur doel gerealiseerd zal worden, als het verdienmodel van de drinkwatersector en/of het verdienmodel van de universiteiten gehandhaafd wordt, als voorgesteld.

  1. M. de Boo, Het Herstel van een natte Twentse Heide: Luisteren naar het Landschap. Een uitgave van VEWIN, WMO en groep Midden Betuwe, in samenwerking met Staatsbosbeheer en KIWA NV.