Onderwijs en onderzoek

Het doel van onderwijs en onderzoek is, om de bestaande kennis uit te breiden, om zo nieuwe inzichten en werkwijzen te verkrijgen. Bij de verhuizing naar Manderveen, kreeg ik m'n eerste les in de landbouwkunde. Een buurman van me vertelde dat de opbrengst van bouwland niet ongelimiteerd groter kon worden, door meer mest op te brengen.  Dit is ervaringskennis. Wetenschappelijk onderzoek voegt daar de modelvorming beschreven in het hoofdstuk assimilatie aan toe, met een assimilatie verlies en een bemesting verlies. Een standplaats vergelijking is het informele gereedschap dat de agrariër ter beschikking staat om zijn ervaringskennis uit te breiden. Als de wetgeving geen grenzen stelt aan de minimale hoogte van de grondwaterspiegel en de aantallen denitrificerende bodembacteriën, dan is o.a. het probleem van de realisatie van een mestconcentratie < 50mg/l in de bodem, die hoort bij kristalhelder grondwater, niet meer oplosbaar. Dat zelfde geld voor de maximale hoogte, immers het assimilatie predicaat stelt dat de grondwaterspiegel zich voor alle uitsluitend maag bewegen in het interval

 

Toen ik me vestigde op het pltn Daardoor wordt ervaringskennis, hanteerbaar, en gedetailleerde wetgeving vaak overbodig.

Een promovendus die een proefschrift schrijft, mag niet zomaar hele delen van de bestaande kennis, weglaten met als enig doel deze te vervangen door nieuwe inzichten. Ook zijn leermester mag dat niet, immers als we dat zouden toelaten in de wetenschap, dan wordt er niets geleerd. Op die regel heeft de Wageningen Universiteit, door de depositie van meststoffen op de natuur, als een speerpunt te maken, duidelijk een uitzondering willen maken, doordat het vooruitzicht van nieuwe verdienmodellen, wel heel erg aantrekkelijk was, zeker in een context waarin het adviseren en financieren van landgoederen met pachters zeer goed paste bij het onderzoek.

Er zijn twee belangrijke onderwerpen waar afscheid genomen wordt van bestaande kennis. In het hoofdstuk assimilatie hebben we gezien dat alle meststoffen kunnen worden opgenomen als het assimilatie predicaat wordt voldaan. Daarbij speelt de hoogte van de grondwaterspiegel de hoofdrol. Die kennis was goed bekend bij alle agro hydrologen van de Wageningen Universiteit, die de mest verliezen naar de bodem, ontbonden naar een assimilatie verlies en een bemesting verlies, als beschreven in het hoofdstuk assimilatie.

De waterleidingbedrijven wilden in die tijd van de compensatie vergoedingen, die niets anders waren dan het assimilatie verlies. Voor dat doel hadden de waterleidingbedrijven een effect op het oog waarvan (nagenoeg) niemand wist hoe het ontstond. Dit werd voor het gemak de achtergrondverlaging genoemd. De toepassing van de achtergrondverlaging was niets anders dan het verhogen van de grondwaterspiegel, met 0.2m voor een hydrologie horizontaal, en 0.4m voor een hydrologie horizontaal en lensvormig. Weliswaar verdwijnt daarmee het financiële aspect van de compensatie vergoeding, maar het assimilatie verlies, blijft met een gemiddelde waard e van 32% onveranderd groot. 

Doordat de mest verliezen naar de bodem niet worden ontbonden naar beide oorzaken, wordt het hele assimilatie verlies als een bemesting verlies behandeld, alsof de agrariers de bodem hebben vervuild, terwijl het juist het waterleiding bedrijf is dat het mest verlies naar de bodem heeft veroorzaakt.

 oorzaak zijn van het mest verlies naar de bodem. hetgeen impliceert dat Dit is tevens een probleem als Cruciaal bij de uitwerking door de agro hydrologen is de manier waarmee wordt omgegaan met het feit dat het gewas uitsluitend kan groeien als er mest én water beschikbaar is. Op dezelfde manier moet je werken om de stikstof depositie in rekening te brengen. In dat geval bestudeer je het oorspronkelijke probleem, en ook het probleem met stikstof depositie toegevoegd.

Nieuwe alinea