De slag om  de achtergrondverlaging

Bij de winning van grondwater moet de drinkwatersector volgens art. 7.18 waterwet, voorzien in een compensatie vergoeding, die de schade die degene die de winning moet gedogen dekt.

Onvoorbereid

Niemand was rond 1962 goed voorbereid voor het uitkeren van compensatie vergoedingen, omdat daar allerlei specialistisch werk voor gedaan moest worden. Bovendien wilde de drinkwatersector niet te veel geld uitkeren, en tenslotte kun je als sector het geld zelf ook nog houden, want de overheid kent een omgekeerde bewijslast.

Maar wat moet je doen met schade die al in de nul-toestand optreedt? Daar mag het waterleidingbedrijf (of de agrariër) toch wel van profiteren? Al dit soort vragen waren nieuw en er moesten antwoorden komen.

De simple vraag over het in mindering brengen van de schade in de nul-toestand is al moeilijk, over welke schade praten we eigenlijk? a. over het verlies van kostbare meststoffen van de agrariër die uitspoelen naar de bodem, of b. over de verminderde gewasopbrengst? Jazeker die zaken zijn direct met elkaar verbonden omdat de gewassen meststoffen assimileren om te kunnen groeien, maar als er al een stikstofconcentratie was is in de nul-toestand, heeft dat dan als consequentie dat een grotere maximale stikstofconcentratie in de bodem, van natuurgebieden en/of landbouwgebieden is toegestaan in het vervolgtraject van verdere diepte ontwatering?

Schaal problemen

Prof. J.J. de Vries, merkte tijdens de najaarsvergadering van de NHV over de achtergrondverlaging op dat er schaal problemen waren ontstaan bij de winvelden.

Achtergrondverlaging

De aanwezige hydrologen waren bezig om te 'bewijzen' dat de winningsverlaging, die zij de achtergrondverlaging noemden, groot ~0.2m (horizontaal)  ... ~0.4m (horizontaal en lensvormig), niet te verklaren is met de bestaande kennis, omdat deze verlaging 'op de achtergrond' zou zijn ontstaan. Dit resultaat werd als zeer belangrijk voor de drinkwatersector gezien, omdat deze dacht daardoor met veel lagere compensatie vergoedingen conform art. 7.18 waterwet te kunnen volstaan, maar een kleinere gewasopbrengst impliceert, of deze vergoed moet worden via art. 7.18 waterwet of niet, dat er meer stikstof (mest) uitspoelt. Het bewijs waar de hydrologen aan werkten toont, omdat de berekende schade van een winning veel kleiner wordt, aan dat er indertijd bij een kleine opwaartse correctie Δ= ~0.2m ... ~0.4m van de grondwaterstand h(x,y), tijdens de berekening al op grote schaal stikstof uitspoelde als gevolg van diepte ontwatering veroorzaakt door de drinkwatersector.

De drinkwatersector kan een toegenomen vraag niet weigeren als gevolg van haar leveringsverplichting. Bij de bespreking van de assimilatie curve heb ik al aangegeven dat het interval van volledige assimilatie ongeveer 0.8m ... 1m lang is. Zolang de winvelden nog klein waren, en de grondwaterspiegel zich van nature kon bewegen in het interval van volledige assimilatie, was er nog geen vuiltje aan de lucht, maar de drinkwatersector keek vanaf het begin, ook nog met een vals monitoring programma om zich heen.

Terwijl prof. J.J. de Vries het schaal probleem benoemde, probeerden z'n collega's in 2013 de winst van de sector op een hoog niveau te houden door op de oude manier verder te gaan, terwijl G.W. Bloemen in 1972 de achtergrondverlaging al had gemeten. K. van Zomeren en W. Reppel in 1980 al spreken over "De grote droogte in waterland". 

Gespreid winnen

Doordat de transporttrechter volloopt met grondwater, als met behulp van de arcering getoond in de bovenstaande figuur, voor de grondwaterkwaliteit (o.a. het uitspoelen van stikstof) véél verschil of de drinkwatersector het water wint uit een grootschalig winveld mét of zónder transportverlaging, maar zonder winningsverlaging kun je geen drinkwater winnen en ook niet verkopen.

Voor de realisatie van het natuurdoel is het van cruciaal belang dat de drinkwatersector de overstap naar essentieel betere winvelden maakt, die de watervoerende laag niet gebruiken als transportmedium.

De bergvennen, getoond in (b) kunnen niet bestaan in de buurt van een klassiek winveld, vanwege de veel te grote transportverlaging en dat geldt ook voor allerlei beekjes, met kristalhelder water, en de natte natuurbuffers die natuurmonumenten wil maken.

Het is voor velen wellicht nog even wennen, maar als je voor horizontaal, via de watervoerende laag water wilt transporteren naar een zuiveringsstation dan moet er een gradient zijn in de grondwaterspiegel die de grondwaterstroming op gang houdt.

Als een natuur stichting of een waterschap probeert om het grondwaterpeil in een natuurgebied te verhogen, dan zal lokaal de gradient kleiner worden, waardoor lokaal ook het transport van grondwater zal stoppen, met als gevolg dat elders de gradient groter moet worden om het debiet Q(t) alsnog te kunnen winnen langs een andere weg. Ik zal in de hoofdtekst een 2-tal voorbeelden bespreken, waaruit blijkt dat een winveld dat de watervoerende laag gebruikt als transport medium, nauwelijks te beïnvloeden is. De overgang op gespreide winvelden is daarom de oplossing voor vele van de problemen die een onderzoeker tegenkomt.

De verstrengeling van belangen

Naar aanleiding van deze, voor de drinkwatersector, zeer lucratieve rekenwijze, werd de meetploeg van Alterra (WUR) bedolven met zeer veel vragen van agrariërs die gedupeerd waren door deze ommezwaai.

Al snel blijkt uit een zeer formele vraag hoezeer de belangen verstrengeling ingrijpt op de fundamenten van het onderzoek:

1Wij verstrekken opdrachten aan Alterra voor bodemkartering, om vervolgens Alterra in de bedenkingenprocedure tegen ons te krijgen. Hier gaat iets niet goed. Volgens mij is het Alterra die ons de GVG aanreikt, om maar iets te noemen.

De betreffende leergierige medewerker wordt ontslagen met de volgende motivatie:

Omdat het hier een uitermate gevoelig onderwerp betreft dat zou kunnen leiden tot vele en hoge schadeclaims van agrariërs indien zou blijken dat het ministerie de compensatievergoedingen op verkeerde door DLO / Alterra aangeleverde gegevens omtrent 2numerieke verdroging zou hebben gebaseerd.

Prof. C. van den Akker van de TUDelft, had voor het winveld te Terwisscha, aangetoond dat de actuele verlaging de som is van de 3winningsverlaging en de transportverlaging.

Een selecte groep onderzoekers, aanwezig bij de najaarsbijeenkomst van de NHV hebben jarenlang gestreden, om ervoor te zorgen dat de grondwaterstand h(x,y), gebruikt voor de berekening van de compensatie vergoeding, op papier 0.2m tot 0.4m hoger komt te liggen, door een correctie op de achtergrondverlaging die buiten de controle van het waterleidingbedrijf zou zijn ontstaan. Dit werk was gebaseerd op de volgende 2 stellingen:

  • 5Als je een deel van de verlaging verklaart uit de achtergrondverlaging heeft dat veelal een groot effect op de berekende schade van een winning.
  • 6Desgevraagd stelt Heiko Prak van ACSG dat altijd, en dus ook in het geval 2Terwisscha, de verlaging a.g.v. een winning is gebaseerd op numerieke 3modelberekeningen. Deze worden getoetst aan de hand van veldwaarneming aan de grondwaterstand en hydromorfe kenmerken van de bodem. Als de berekende verlaging afwijkt t.o.v. wat de veldwaarnemingen aangeven dan wordt dit aan de achtergrondverlaging toegeschreven.
  • Zolang er geen afdoende verklaring is voor het verschijnsel achtergrondverlaging, is het verantwoord om daarvoor te corrigeren bij het gebruik van 1tijdreeksmodellen.
  • C. Maas, Valkuilen in de tijdreeksanalyse: Het geval Terwisscha, Stromingen 18 (2012), nr 2

Toen ik wist hoe je de eliminatie van de transportverlaging door kon voeren, had ik alles dat een onderzoeker moet weten om de problemen voor horizontaal op te kunnen lossen, opgeschreven.

----

  1. Zie: PS 2012/775
  2. Numerieke verdroging kleinere vergoeding a.g.v. tijdreeksanalyse
  3. Winningsverlaging ≡ achtergrondverlaging
  4. M.P.F. Bierkens, De achtergrondverlaging op de voorgrond, Presentatie NHV Najaarsbijeenkomst, 28 november 2013
  5. Jan van Bakel: Ir. H. Prak, Over de toepassing van de achtergrondverlaging door de ACSG
  6. Hiermee voert de ACSG onderzoeker, oppositie tegen de winningsverlaging waarvan prof. C. van den Akker het bestaan heeft aangetoond.
  7. Daaronder ook de stationaire transportverlaging van Dupuit (horizontaal) of Darcy (hellend).